Gemeente
Amersfoort Vragen 2007, nummer 137 DOCS.nr. 2639344 __________________________________________________________________________________ VRAGEN van het raadslid Schulten en Van Wegen (BPA) inzake de aanbesteding van de werkzaamheden aan de Elleboogkerk door SRO gedaan overeenkomstig artikel 43 van het reglement van orde voor vergaderingen van de gemeenteraad van Amersfoort (CST , nr. 2604106; ontvangen d.d. 3 december 2007). ANTWOORD van burgemeester en wethouders (verzonden d.d. 21 januari 2008) __________________________________________________________________________________ Inleiding: Met het oog op de raadsbehandeling van het in opdracht
van B en W verschenen rapport van deB&A groep van de Museum brand leverde
de BPA op dinsdag 27 november onder meer moties aan over een diepgaand onafhankelijk onderzoek naar het
gebeurde op de dag van de brand (en niet alleen onderzoek naar het eerste uur na de brand) en
een breed in te stellen grondig onderzoek naar de uitbesteding van alle gemeentelijke opdrachten aan
de SRO en inschakeling van derden door de SRO. Deze moties werden alleen gesteund door de
oppositiepartijen. De coalitiefracties wezen de motie af omdat de burgemeester ter vergadering een nieuw
justitieel onderzoek aankondigde en voorts vertelde een onderzoek te zullen instellen naar de
(wijze van) onderaanbesteding door de SRO. De BPA-fractie vindt het van het grootste belang dat
in het kader van de door de burgemeester aangekondigde onderzoeken (dus zowel voor OM als voor
SRO-onderzoek) een meldnummer voor het publiek wordt ingesteld, dat het tevens mogelijk
maakt anoniem meldingen te doen en de eventuele gewenste anonimiteit door de melders ook
garandeert. De toelichting van de burgemeester en de beperkte
opdracht die zij formuleerde (onderzoek naar kleine klusjes die aan derden worden uitbesteed)
roepen nadere vragen van de BPA op. Het ging hier bij de brand in het Armando museum
namelijk om één van de 5 grootste Rijksmonumenten van Amersfoort, en dan kan het
kleinste open vuurtje ( klein klusje ? ) foutief uitgevoerd, echt fataal zijn. Inmiddels bereikte de BPA-fractie uit betrouwbare
bronnen ook het bericht dat de werknemers van de BV SRO exploitatie en onderhoud een zwijgplicht
hebben en dat al het ingaande en uitgaande email van het personeel via de PC’s
aan banden is gelegd. Is hier sprake van een interne SRO-vervolgactie op
‘Armandogate ‘ buiten het gemeentebestuur om of betreft het hier maatregelen die deel uitmaken van
het in de raadsvergadering aangekondigde onderzoek? Over bovenstaande situatie heeft de BPA de volgende
vragen. Het college wordt verzocht de volgende vragen
schriftelijk te beantwoorden. Vraag 1: Op welke wijze is de onafhankelijkheid, de openbaarheid en de grondigheid van het onderzoek gegarandeerd? Antwoord 1: Het college laat het onderzoek uitvoeren door een onafhankelijk bureau met specifieke deskundigheid en ruime ervaring op het gebied van integriteitsonderzoeken. Het onderzoeksrapport zal worden aangeboden aan de gemeenteraad. Het college meent hiermee te voldoen aan de criteria van onafhankelijkheid, openbaarheid en grondigheid van het onderzoek. Vraag 2: Wie verricht het onderzoek, aan wie wordt rapport uitgebracht en wat zijn de door u geformuleerde concrete onderzoeksdoelen- en opdrachten Antwoord 2: Het onderzoek wordt uitgevoerd door het Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten (BING). Het onderzoek wordt uitgebracht aan het college als opdrachtgever en zal daarna door het college ter kennisgeving aan de raad worden aangeboden. Het doel van dit onderzoek is inzicht te krijgen in de wijze van opdrachtverlening door SRO in het algemeen en meer specifiek de opdrachtverlening in de casus Elleboogkerk. Het onderzoek is daarbij in het bijzonder gericht op de manier waarop bij de gunning van opdrachten wordt omgegaan met familierelaties. De vraagstelling luidt: Zijn er bij SRO NV voldoende waarborgen voor een rechtmatige en integere opdrachtverlening en in welke mate is in de casus Elleboogkerk aan deze criteria voldaan? Deze onderzoeksvraag wordt beantwoord aan de hand van de volgende deelvragen:
Vraag 3: Bent u bereid een meldnummer voor
het publiek te (laten) instellen, dat klachten en meldingen registreert en
eventuele gewenste anonimiteit van melders registreert. Antwoord 3: Nee, het college acht het met betrekking tot het onderzoek ‘aanbesteding loodgieterswerk’ niet zinvol een meldnummer voor publiek te laten instellen. Wel zal met het onderzoeksbureau worden overlegd hoe het beste kan worden geborgd dat alle informatie over de aanbestedingspraktijk bij SRO zijn weg naar de onderzoekers vindt. (anonieme) Meldingen met betrekking tot dit onderzoek die bij de gemeente binnenkomen, zullen aan bureau BING beschikbaar worden gesteld. Het is vervolgens aan het bureau te bepalen in hoeverre deze meldingen in het onderzoek relevant en bruikbaar zijn voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen. Een belangrijk criterium hierbij zal zijn de mate waarin een melding kan worden geverifieerd aan de hand van andere bronnen. Vraag 4: Is het college voorts bereid in de drie lokale media bladen advertentie te plaatsen met een post, e-mail en telefoonadres waarop mensen desgewenst anoniem hun meldingen over te onderzoeken aspecten kwijt kunnen? Antwoord 4: Het college zal geen advertenties plaatsen om redenen genoemd onder antwoord 3. Vraag 5: Klopt het dat een zwijgplicht aan SRO-medewerkers is opgelegd? Antwoord 5: Nee, er is geen zwijgplicht opgelegd aan SRO-medewerkers. De directie van SRO heeft op 23 november de afdelingshoofden de persverklaring gegeven om eventuele vragen van medewerkers te kunnen beantwoorden. Voor het overige is het vast beleid bij SRO dat alle contacten met de media via de directie verlopen. Dat beleid gold ook in de casus Elleboogkerk. Vraag 6: Klopt het dat over uitgaand e-mail verkeer op het werkadres beperkende instructies gelden voor het personeel? Antwoord 6: SRO NV hanteert in het bedrijf een e-mailprotocol, de zogeheten ‘nettiquette’. Hierin zijn regels vastgelegd om misbruik van e-mail tegen te gaan. Het gaat daarbij om zaken als het versturen van kettingbrieven of plaatjes en filmpjes. Ook zijn regels geformuleerd over taalgebruik in het e-mailverkeer en het versturen van cc’tjes. Voor binnenkomend e-mail verkeer wordt een automatische filter gebruikt, bedoeld om spam-mail en virussen te voorkomen. Op uitgaand verkeer vindt een automatische virusscan plaats. Er vindt buiten bovengenoemde automatische standaardscreening geen aanvullende, inhoudelijk toetsing plaats van het e-mailverkeer. SRO heeft aangegeven dat dit ook niet heeft plaatsgevonden in de casus Elleboogkerk. Vraag 7: Welke beperkende instructies in woord en schrift maken deel uit van het onderzoek? En waarom? Antwoord 7: Er gelden geen beperkende instructies voor dit onderzoek. Vraag 8: Welke klokkenluiderregeling is op (ex) SRO-personeel van toepassing? Antwoord 8: De SRO groep heeft in de lopende CAO een klokkenluiderregeling. Deze is in werking getreden op 1 juli 2004. Hierin is geregeld welke procedure gehanteerd wordt bij het melden en het afhandelen van misstanden. Ook bevat de regeling bepalingen rondom de rechtsbescherming van de klokkenluider. Vraag 9: Heeft u in de onderzoeksopdracht garanties ingebouwd dat SRO-klokkenluiders hun verhaal aan de onderzoekers kwijt kunnen zonder gevaar of schade voor hun carrière of rechtspositie? Antwoord 9: Het onderzoeksbureau BING hanteert een richtlijn voor het uitvoeren van onderzoeken. Centrale uitgangspunten hierbij zijn objectiviteit en vertrouwelijkheid. Medewerking aan het onderzoek geschiedt op basis van vrijwilligheid. Daarnaast worden alle betrokkenen in de gelegenheid gesteld tot wederhoor, zowel ten aanzien van de feiten die zijn verzameld als de gevolgtrekkingen. Het hanteren van deze onderzoeksrichtlijn in combinatie met de klokkenluidersregeling van SRO biedt naar onze mening voldoende garanties voor eventuele klokkenluiders van SRO. Vraag 10: Laat het college ook een grondig onderzoek instellen naar de uitbesteding van gemeentelijke opdrachten aan SRO en inschakeling van derden door SRO? Antwoord 10: Het onderzoek richt zich primair op de waarborgen bij aanbesteding van opdrachten door SRO en de aanbesteding in de casus Elleboogkerk in het bijzonder. De uitbesteding van gemeentelijke opdrachten aan SRO in brede zin maakt geen deel uit van dit onderzoek. vraag 11: Laat het college ook alle relevante aspecten, zoals Europese aanbestedingsregels, richtlijnen van Monumentenzorg en richtlijnen van onderhoud aan scholen, gymzalen, sportzalen enz. In de ruimste zin des woords mee nemen? Antwoord 11: Het onderzoek richt zich op de waarborgen bij opdrachtverlening door SRO. Daarbij zal ook worden gekeken in hoeverre in de uitgangspunten van SRO op het gebied van inkoop en aanbesteding rekening wordt gehouden met wettelijke regelingen zoals aanbestedingsregels en het opleggen van vakinhoudelijke richtlijnen aan opdrachtnemers. Vraag 12: Laat het College ook in detail bekijken hoe de wettelijk verplichte Arbo zaken, volgens de Arbo-wet, zoals bijv. Een (verplichte) Arbo coördinator de laatste vier jaar binnen SRO belegd zijn? Antwoord 12: Nee, een analyse naar het beleggen van Arbo zaken valt buiten het bestek van dit onderzoek. | ||